Actualiteiten voor docenten en leidinggevenden in het vmbo.
Vanaf augustus 2024 mogen vmbo-scholen die dat willen in de GL en TL praktijkgerichte programma´s invoeren. Dit geeft scholen de kans leerlingen op een andere manier te laten leren.
Een praktijkgericht programma is een programma dat dicht bij de beroepspraktijk staat en waarin leerlingen kennismaken met die beroepspraktijk én, vooral, ontdekken wat ze leuk vinden, wat ze in een toekomstig beroep zoeken, welke opleiding daarbij past enz. Een programma waarin leerlingen niet alleen leren uit een boek, maar in de praktijk, door het uitvoeren van echte opdrachten voor echte opdrachtgevers.
De laatste tijd geven we veel voorlichting over deze praktijkgerichte programma´s. Vaak wordt dan de vraag gesteld of de leerlingen niet veel te vroeg moeten kiezen voor een beroep. Ik leg graag uit waarom dat niet het geval is. In het vmbo kiezen leerlingen voor een profiel of een praktijkgericht programma.
Dat is een op de praktijk gebaseerd programma aan de hand waarvan leerlingen ontdekken waar hun passie ligt, of ze ‘werk’ dat bij het programma hoort leuk vinden en of ze hiervan hun beroep zouden willen maken. Het antwoord op die laatste vraag kan ‘ja’ zijn, maar kan ook net zo goed’ nee’ zijn. Want ook al heb je als leerling van het vmbo het profiel Zorg & welzijn gevolgd, als je je vmbo-diploma hebt behaald, kun je in het mbo kiezen voor een technische opleiding of een economische.
Leren in je profielvak is een manier van leren, praktisch leren. Leerlingen leren hierdoor bijvoorbeeld precies werken, goed meten,
werken met maten en verhoudingen, precies en kritisch lezen, enz. Leerlingen leren basisvaardigheden, maar niet door het maken van oefeningen uit een boekje, maar door het uitvoeren van echte opdrachten, passend bij een richting waarnaar hun interesse uitgaat. Misschien willen ze na het volgen van het profiel HBR (Horeca, Bakkerij en Recreatie) geen bakker worden, maar de basisvaardigheden die ze geleerd hebben, beheersen ze en kunnen ze ook in andere situaties toepassen. Daarnaast hebben ze door middel van LOB (loopbaanontwikkeling en -begeleiding) ontdekt waar hun passie ligt en kunnen ze een bewuste keuze maken voor een vervolgopleiding.
Veel vmbo-leerlingen (maar ook leerlingen in havo en vwo) willen graag actief bezig zijn. Vaak merken ze zelf niet dat ze door het uitvoeren van ‘beroepsgerichte-opdrachten’ ook basisvaardigheden leren én bezig zijn met LOB. Het is aan de docent de goede ingrediënten in een opdracht te stoppen, ook in de praktijkgerichte programma´s.
Jacqueline Kerkhoffs, directeur SPV