Nieuws

Actualiteiten voor docenten en leidinggevenden in het vmbo.

08 - 02 - 2023

Gelijke kansen? Dan naar een vijfjarig V(MB)O!

Ongeveer 50% van alle leerlingen in Nederland volgt een vmbo-opleiding. Maar HET vmbo bestaat niet. Het vmbo is niet, zoals havo en vwo, één opleiding met verschillende profielen. Binnen het vmbo zijn leerlingen die ook naar het praktijkonderwijs zouden kunnen gaan én leerlingen met een havo-advies die er bewust voor kiezen de kaderberoepsgerichte leerweg te volgen, omdat ze graag met hun handen willen werken en willen leren door te doen. Vaak wordt gesuggereerd dat op het vmbo alleen leerlingen zitten met ouders met een laag opleidingsniveau, maar het is niet zo dat je met geld een havo of vwo-diploma kunt kopen.

Alle vmbo-leerlingen halen een diploma. Het vmbo-diploma geeft echter geen startkwalificatie. Eigenlijk zeggen we tegen deze leerlingen: gefeliciteerd, maar je bent nog niet klaar, je moet nog een vervolgopleiding doen. Vrijwel alle vmbo-leerlingen met een diploma leren door. 85% gaat naar het mbo. Zij worden bijvoorbeeld loodgieter, automonteur, verpleegkundige, laborant, kok, winkelmedewerker, hovenier of onderwijsassistent. Beroepen waar veel waarde aan gehecht wordt, maar waarvan mensen die in Nederland de opinie beïnvloeden vinden dat ze bereikt zijn door leerlingen die geen gelijke kansen hebben gehad.

VMBO: innovatief onderwijs

Het vmbo is de meest innovatieve vorm van onderwijs. De afgelopen jaren is er een heel nieuw systeem van beroepsgerichte programma’s ingevoerd zonder dat daarover opiniestukken in de krant verschenen zijn. Het vmbo is flexibel, leerlingen krijgen onderwijs op maat en krijgen de kans te ontdekken wat bij hen past. Leerlingen leren door doen. Daarmee leren ze niet alleen een brood bakken of een kozijn in elkaar zetten, ze leren ook basisvaardigheden als zorgvuldig lezen, instructies volgen, berekeningen maken, samenwerken, werken volgens een door hen zelf gemaakte planning, enz.

Basisvaardigheden staan hoog op de agenda in het vmbo. Vmbo-leerlingen leren deze niet door Mulisch te lezen of wiskundige opdrachten uit te voeren, maar juist door praktische opdrachten zelfstandig uit te voeren. Daarbij worden ze begeleid door deskundige, bevoegde docenten met een hbo opleiding die leerlingen niet alleen begeleiden tot hun diploma, maar er samen met de leerlingen, ook voor zorgen dat ze op de juiste vervolgopleiding terecht komen.

Meer flexibiliteit

Het vmbo wil verder. De Stichting Platforms vmbo (SPV) heeft afgelopen jaar een advies voor doorontwikkeling van het vmbo aangeboden aan het ministerie van OCW. Vanuit de sector wordt gepleit voor meer flexibiliteit, bijv. in het niveau waarop vakken worden afgesloten of het moment waarop examen wordt gedaan. Als je door het afleggen van een ‘proeve van bekwaamheid’ laat zien dat je een vaardigheid beheerst, dan moet je als leerling door kunnen. Bijvoorbeeld door al op het vmbo, samen met het mbo, te starten met een beroepsopleiding. Ervaring leert dat dit leerlingen stimuleert om op een hoger niveau het mbo te verlaten.

SPV pleit ervoor om alle opleidingen in het vo vijf jaar te laten duren, zodat het voor leerlingen mogelijk is om vakken op verschillend niveau af te sluiten en zo het niveau te halen dat bij hen past. Bijkomend voordeel is dat alle leerlingen het vo op hetzelfde moment afsluiten met een startkwalificatie en dat een voorgesteld oriëntatiejaar in het mbo niet meer nodig is.
SPV staat in de startblokken om uitvoering aan dit advies te geven.

Waardeer een mbo-diploma

Minister Dijkgraaf wil dat meer jongeren een mbo opleiding kiezen. Helemaal eens, maar zeg dan niet voortdurend ook: eigenlijk moet je na de basisschool naar de havo en je opleiding is pas af als je een master hebt behaald. Waardeer en investeer in leerlingen die door middel van een beroepsopleiding een beroep leren!

Dus ja, verleng het vmbo naar vijf jaar. Maar wel op basis van de juiste argumenten.
Het vmbo typeert zich door continue mee te bewegen met de behoeften van de samenleving. De extra tijd vullen met algemeen vormende vakken levert geen meerwaarde en maakt onze doelgroep leerlingen niet gelukkiger.

Laat leerlingen met dat extra jaar een startkwalificatie halen. Door dit extra jaar voorkomen we dat een grote groep leerlingen als eerste het voorgezet onderwijs moet verlaten, kan in samenwerking met het mbo echt een goede aansluiting vanuit het vmbo vorm worden gegeven en geven we leerlingen, net als havoleerlingen een jaar extra tijd om zichzelf te ontdekken en te ontwikkelen. Dan spreken we van kansengelijkheid.

Arjen Daelmans, voorzitter SPV

Schrijf u in voor de nieuwsbrief van SPV

Blijf net als duizenden docenten en leidinggevenden in het vmbo op de hoogte van het laatste nieuws. Schrijf u in en ontvang onze maandelijkse nieuwsbrief in uw mailbox.